Talenten ontdekken op een andere manier
In het lessenrooster zijn vijf uren basisopties voorzien.
Deze basisopties dragen bij tot een goede observatie en oriëntatie van de leerling. De keuze van een basisoptie is echter NIET bepalend voor de toegang tot een studiedomein / studierichting in de tweede graad (uitz. klassieke talen). Het is geen “voorafname”.
De leerlingen krijgen alle kansen om hun interesses en capaciteiten te ontdekken en te ontwikkelen.
De leerlingen maken een keuze uit een van de vijf basisopties:
KLASSIEKE TALEN
LATIJN OF LATIJN-GRIEKS
Volgde je in het eerste jaar Latijn, dan kan je in het tweede jaar verder gaan met Latijn. In het tweede jaar duik je nog wat dieper in de taal en de boeiende cultuur van de Romeinen. Je ontdekt allerlei nieuwe aspecten van de Latijnse taal. Die helpen je beslist om ook Nederlands en moderne vreemde talen beter te begrijpen. Je leest regelmatig Latijnse teksten. Je zal het merken: niet alleen je taalgevoel en leesvaardigheid gaan er sterk op vooruit, ook je analytisch en probleemoplossend denken versterk je voortdurend.
Kies je om er ook Grieks bij te nemen, dan maak je kennis met de rijke verhalenschat en het typische gedachtegoed van de oude Grieken. Bovendien zal het andere woordbeeld en de heel eigen taalelementen diverse domeinen in je creatief brein prikkelen. Bekijk hier
de
website van Latijn
.
STEM WETENSCHAPPEN
STEM staat voor Science (wetenschappen), Technology (technologie), Engineering (ingenieurswetenschappen) en Mathematics (wiskunde). De nadruk ligt op exacte wetenschappen, toegepaste wetenschappen, techniek en/of ICT en wiskunde. Je wil graag technologische en wetenschappelijke wetten ontdekken als basis voor technische en praktische realisaties. In een groep of team leer je nadenken over een probleemsituatie waarvoor je een oplossing moet bedenken. Je ontwerpt een camera, bedrukt T-shirts, programmeert een robot… Als deze activiteiten op je checklist staan, dan is STEM-wetenschappen jouw keuze, want je hebt een gezonde interesse in en aanleg voor wiskunde, techniek en wetenschappen.
MAATSCHAPPIJ EN WELZIJN
Je leert hoe mensen zich gedragen en samenleven. Je bent geboeid door de zorg voor mensen, voor opvoeding en begeleiding van mensen met een specifieke zorgbehoefte, begeleiding van jong en oud. Je wil later een beroep uitoefenen waarbij de mens centraal staat. Sociale en communicatieve vaardigheden zijn hierbij belangrijk. In dit studiedomein steek je wat op over alle sociale situaties, over culturele en politieke ontwikkelingen. Dit is een domein voor jou als werken met mensen je aanspreekt.
ECONOMIE & ORGANISATIE
Je bent geïnteresseerd in de economische processen in onze maatschappij. Het spel tussen vraag en aanbod wil je helemaal doorgronden. Hoor je op het nieuws iets over ondernemen, investeren of marketing, dan spits je de oren. Leer je dit later met ingewikkelde vraagstukken en wiskundige formules begrijpen, dan ligt de wereld aan je voeten. Bovendien hou je van taal. Je kan het goed uitleggen en wil dat ook in andere talen vlot kunnen. Een studiedomein als Economie en Organisatie doet je de wereld een beetje beter begrijpen, en dat is wat jou echt interesseert.
MODERNE TALEN & WETENSCHAPPEN
Je taalgevoel wordt uitgedaagd in projecten rond taal (Nederlands, Frans, Engels), maar ook rond de cultuur van die taalgebieden. Je krijgt daarnaast ook projecten rond wetenschappen voorgeschoteld. In deze uren zet je zelf onderzoekjes op over natuur- en technisch-wetenschappelijke verschijnselen. Je verwerft ook inzicht in de relatie tussen natuurwetenschappen en het dagelijkse leven. Je zal aanvoelen en begrijpen hoe wetenschap ontstaat en groeit, hoe in de natuurwetenschappen inzicht, begrip en kennis verworven worden. Dat gebeurt door experimenten in een daarvoor aangepast lab.
HOE ZIET JE LESSENTABEL ERUIT?
Vak | 2A |
---|---|
BASISVORMING | |
artistieke vorming (AV) | 2 |
Engels | 2 |
Frans | 4* |
geschiedenis | 2* |
godsdienst | 2 |
LO | 2 |
Nederlands | 4* |
NRT | 4 |
wiskunde | 5* |
KEUZEGEDEELTE | |
basisoptie | 5 |
32 | |
* 1 uur in flex gegeven |
Hoe ziet je schooljaar eruit?
Projectweken
In de loop van het jaar heb je drie projectweken:
Tijdens deze weken blijf je proeven van verschillende domeinen om een goede studiekeuze te kunnen maken. Je kiest niet voor je eigen basisoptie, maar wel voor een van de drie andere domeinen. Je hebt dus de keuze uit economie & organisatie – maatschappij & welzijn – moderne talen – wetenschappen – STEM.
Uitdagingsweken
Daarnaast heb je ook drie uitdagingsweken. Hierin heb je een aantal opbouwende synthesemomenten. In de eerste twee weken zijn er een aantal dagen met synthesemomenten, de rest van de week zijn er extra uitdagende oefeningen voor wie goed mee is, en is er remediëring voor wie dat nodig heeft. In de derde uitdagingsweek zijn er wat meer synthesemomenten, waarbij de leerlingen halve dagen thuis zijn om zich voor te bereiden. Zo bereiden we je voor op de proefwerken in de tweede graad.
Flexuren
Ook in het tweede jaar heb je flexuren: dan heeft iedereen er vier per week, voor de vakken Nederlands, Frans, wiskunde en geschiedenis.
Tijdens deze uren ga je zelfstandig aan het werk, met coaching van je leraar Frans, Nederlands, wiskunde of geschiedenis. Je zit met twee of drie klassen samen die je unit vormen. Twee of drie verschillende leerkrachten begeleiden je in een groot flexibel klaslokaal en zijn als coach aanwezig: ze sturen bij waar nodig, geven extra uitleg of dagen je uit met verrijkende opdrachten. Uiteraard zien ze ook toe op je planning van de werktijd. Wie nog extra uitleg nodig heeft, krijgt die in het instructielokaal.